17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
kwaal [DC 02 (1932)] || Kwaal: langdurige of telkens terugkerende ziekte (kwaal, klets, muik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22519 |
kwajongen (kaartspel) |
kwajongen:
kaojonge (Q027p Doenrade)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24341 |
kwaken |
kwaken:
kwake (Q027p Doenrade),
ideosyncr.
kwaken (Q027p Doenrade),
WLD
kwáákə (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18156 |
kwakzalver |
kwakzalver:
kwakzalver (Q027p Doenrade),
wonderdokter:
wònjerdokter (Q027p Doenrade)
|
Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21693 |
kwanselen |
omzetten:
omzèttə (Q027p Doenrade)
|
voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25311 |
kwart el, maat van 17 cm |
vierdel:
vieèdel (Q027p Doenrade)
|
de maat die een lengte aangeeftt van 17 cm, 1/4 deel van een el [kwaart, vierndeel, ferrel, verrel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24201 |
kwartel |
kwartel:
kwattel (Q027p Doenrade)
|
kwartel [SGV (1914)]
III-4-1
|
18244 |
kwastje aan een halsketting |
kwastje:
kwèskes (Q027p Doenrade)
|
gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21943 |
kweekduif |
fokduif:
’n fokdoef (Q027p Doenrade),
kweekduif:
kweekdoeve (Q027p Doenrade),
kweker:
Opm. v.d. invuller: nooit fokker, wel sporadisch "die is voor de fok bestemd".
un kweeker (Q027p Doenrade)
|
Wat is de dialectbenaming voor: duiven houden voor de voortplanting alleen? [N 93 (1983)] || Wat is de dialectbenaming voor: een duif alleen voor de voortplanting? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33552 |
kweepeer |
kwee:
kweè (Q027p Doenrade),
kwɛi̯ (Q027p Doenrade)
|
kwee [SGV (1914)] || kweepeer [SGV (1914)]
I-7
|