e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miskleren miskleren: mèskleijer (Doenrade) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3
miskraam miskraam: miskraom (Doenrade) Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] III-2-2
mismaakt ongerade: ongera (Doenrade) mismaakt [SGV (1914)] III-1-2
missaal kerkboek: kirkbook (Doenrade) Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missie missie (<fr.): missie (Doenrade) Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missiekruis missiekruis: missiekruts (Doenrade) Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misweek misweek: miswaek (Doenrade) Een misweek. [N 96B (1989)] III-3-3
miswijn miswijn: mèswien (Doenrade) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk debbes: débbès (Doenrade), prats: pratsj (Doenrade), pràtsj (Doenrade) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
moe moeg: muig (Doenrade) moe [SGV (1914)] III-1-2