18238 |
oorknop |
oorbel:
oerbel (Q027p Doenrade)
|
sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17615 |
oorlel |
lel:
lel (Q027p Doenrade)
|
oorlel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21746 |
oorlog |
krijg:
krieg (Q027p Doenrade),
oorlog:
oerlog (Q027p Doenrade),
oeérlog (Q027p Doenrade)
|
de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21186 |
oorlogsschip |
oorlogsschip:
oorlogssjeep (Q027p Doenrade)
|
een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18237 |
oorring |
oorbel:
oerbel (Q027p Doenrade)
|
zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17873 |
oorveeg |
slag om de oren:
sjlaag óm de oerə (Q027p Doenrade)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22224 |
oorveertjes, oorpluimpjes (13) |
oorveerkes:
oaøͅrveeøͅrkes (Q027p Doenrade),
veerkes aan de oren:
veerkesəf1 əf2 aanəf1 əf2 deəf1 əf2 oere (Q027p Doenrade)
|
oorveertjes || veertjes aan de oren
III-3-2
|
24868 |
oot |
vlughaver:
WLD
vluughaver (Q027p Doenrade)
|
Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21975 |
op de jaloersheid spelen |
op jaloezie spelen:
op sjaloezie sjpiele (Q027p Doenrade)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28966 |
op de knie naaien |
op de/een knie naaien:
op dǝ knęj nɛ̄ (Q027p Doenrade)
|
Met de knieën op elkaar of met gekruiste benen naaien op één der knieën. Bij voorkeur naait men op de linkerknie, omdat het lichaam hierbij een veel natuurlijker houding aanneemt dan bij het naaien op de rechterknie. [N 59, 71a]
II-7
|