e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel pantoffel: pantoeffel (Doenrade) Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)] III-1-3
pap brij: briej (Doenrade, ... ), pap: pap (Doenrade), pàp (Doenrade) brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
pap (kropmelk) pap: pap (Doenrade) Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)] III-3-2
papier papier: pampier (Doenrade), pappeer (Doenrade) papier [SGV (1914)] III-3-1
parasieten (alg.) luisjes: lôêskes (Doenrade), luizen: luus (Doenrade), löes (Doenrade) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: uitwendige parasieten in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2
parelen krallen: kralle (Doenrade), parelen: parələ (Doenrade) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
paren van de duiven paren: paare (Doenrade), paren (Doenrade) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] III-3-2
parfum parfum: parfum (Doenrade) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
pas kunnen vliegen juist uitvliegen: dae vlugt sjus oet (Doenrade) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pasband pasband: pasbanjtj (Doenrade) Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW] II-7