28733 |
pompier |
pompier:
pompjē (Q027p Doenrade)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|
19474 |
pook |
stovenijzer:
štoͅu̯vənīzər (Q027p Doenrade)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
33796 |
poot |
poot:
pūt (Q027p Doenrade),
varkenspoot:
vɛrkǝspuǝt (Q027p Doenrade)
|
[N 76, 12]
I-12
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pōp (Q027p Doenrade),
popje:
pupke (Q027p Doenrade),
wijfje:
wiefke (Q027p Doenrade)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poppenspel:
popesjpeͅl (Q027p Doenrade),
pōpəsjpeͅl (Q027p Doenrade),
pupəsjpeͅl (Q027p Doenrade)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canadas:
WLD
canadas (Q027p Doenrade)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefuij (Q027p Doenrade)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23695 |
portiuncula-aflaat |
portiuncula-aflaat:
persjonkele aaflaot (Q027p Doenrade)
|
De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21203 |
postbode |
brievendrager:
breevedraeger (Q027p Doenrade),
facteur (fr.):
faktuur (Q027p Doenrade)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21141 |
postkoets |
postkoets:
poskoetsj (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|