e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prent(je) schild(je): sjeltjə (Doenrade), sjiltj (Doenrade) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || prent [SGV (1914)] III-3-2
prentbriefkaart aanzichtskaart: anzichskaart (Doenrade) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik lol: lol (Doenrade), plezier: pluzeer (Doenrade), spa (du.): sjpas (Doenrade), sjpás (Doenrade) een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || schik [SGV (1914)] III-1-4
pretmaker spa-maker (< du.): sjpasmaeker (Doenrade) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4
prettig spaig (du.): sjpassig (Doenrade) pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)] III-1-4
preuts preuts: preutsj (Doenrade) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
prevelen prevelen: prevele (Doenrade) Prevelen. [N 96B (1989)] III-3-3
priem priem: prīm (Doenrade) Een puntig werktuig van been dat wordt gebruikt voor het maken van de ronde gaatjes die nodig zijn voor nestelgaatjes of kleermakersknoopsgaten. Ook verwijdert men hiermee rijgsteken. Zie afb. 14. [N 59, 31; monogr.] II-7
priester priester: preister (Doenrade) priester [SGV (1914)] III-3-3
priesterkoor koor: kōēr (Doenrade) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3