e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reizen reizen: reezə (Doenrade) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rekening rekening: ein rêkening (sjikke) (Doenrade) rekening [een ~ sturen] [SGV (1914)] III-3-1
rekruut rekruut: rekruut (Doenrade, ... ) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
relikwie relikwien: relekwieje (Doenrade) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
rente cijnzen: vgl. Du. Zins (meestel mv.).  zinse (Doenrade) rente [SGV (1914)] III-3-1
rentenier rentenier: rinteneir (Doenrade) rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentenieren rentenieren: renteneerə (Doenrade) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] III-3-1
rentmeester rentmeester: rèntjmeister (Doenrade) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
repareren lappen: lapǝ (Doenrade), maken: maakə (Doenrade), mākǝ (Doenrade) Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] II-10, III-4-4
rest in het glas klatsje: kletske (Doenrade), klètsjke (Doenrade) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3