25003 |
vlak, gelijk |
vlak:
(Plat).
vlaak (Q027p Doenrade)
|
vlak [SGV (1914)]
III-4-4
|
24914 |
vlaktex |
vlak land:
vlaak lantj (Q027p Doenrade),
vlakke, het -:
op ut vláákə (Q027p Doenrade)
|
vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17751 |
vlechten |
vlechten:
vlèchtə (Q027p Doenrade)
|
lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)]
III-1-1
|
20944 |
vlees |
vlees:
vleisj (Q027p Doenrade)
|
vlees [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
21442 |
vleien |
naar de mond kallen:
nao de móntj kallə (Q027p Doenrade),
schmeicheln (du.):
sjmeigelə (Q027p Doenrade),
vleien:
vleijə (Q027p Doenrade)
|
iemand dingen zeggen die hem aanstaan en aangenaam zijn, maar die overdreven en onwaar zijn, om bij hem in een goed boekje te komen staan [mouwvegen, mouwstrijken, afluizen, fletsen, lemmen, loeflokken, vleien, bakkeleien, flodderen] [N 85 (1981)] || vragen op een vleiende toon [afkuiten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19127 |
vleier |
vleier:
vleijer (Q027p Doenrade)
|
een persoon die graag vleit [zie vraag 365] [bloksleep, bloksleper, fleerbaard, kontekruiper, mouwveger] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
28829 |
vleug |
schoor:
šǭr (Q027p Doenrade)
|
De richting waarin vezels of draden van een weefsel liggen. [N 59, 40a; N 62, 72; MW]
II-7
|
22154 |
vleugel |
vleugel:
ene vleugel (Q027p Doenrade),
une vleuegel (Q027p Doenrade),
vleugel (Q027p Doenrade),
vlūūgel (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet de vleugel van een duif? [N 93 (1983)] || vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)]
III-3-2, III-4-1
|
24391 |
vliegen, weven van een vlieg |
cirkelen:
ideosyncr.
cirkele (Q027p Doenrade),
dansen:
WLD
dansə (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u draaiende bewegingen maken om iemands hoofd, gezegd van een vlieg of mug (weven) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19452 |
vliegenraam, hor |
hor:
hor (Q027p Doenrade),
vliegenscherm:
vleegesjerm (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)]
III-2-1
|