e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlieger draak: draak (Doenrade, ... ) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vliegtuig vliegmachine: vleegmesjien (Doenrade) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveltj (Doenrade) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier heuldersteulder: -  heuldersteulder (Doenrade) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlinder pepel: pepel (Doenrade, ... ), pieepel (Doenrade) vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vlooe (Doenrade) vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleuen: vleu-e (Doenrade) vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloed, hoogtij hoogwater: hóógwáátər (Doenrade), vloed: vloed (Doenrade) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeibaar varkensvoer zoop: zø̄p (Doenrade) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeibare ontlasting zeik: zēk (Doenrade) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12