23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (Q027p Doenrade)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
cichorei (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
moekkefoek:
moekəfoek (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
suikerij:
sôkkerei (Q027p Doenrade)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
cirque (fr.):
serk (Q027p Doenrade)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sirkel (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
kring:
krink (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
krínk (Q027p Doenrade),
ring:
rink (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
24453 |
citroenvlinder |
pepel:
pieēpel (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21957 |
coccidiose |
aan de schijt:
Opm. v.d. invuller: dit wordt, bij gebrek aan beter weten, vaak gezegd.
aen de sjiet zin (Q027p Doenrade),
coc:
Opm. v.d. invuller: wel wordt de naam afgekort en wordt het woord "Cok"gebruikt.
Cok (Q027p Doenrade),
dun afgaan:
Opm. v.d. invuller: dit wordt, bij gebrek aan beter weten, vaak gezegd.
dun aafgoan (Q027p Doenrade),
spuiten:
Opm. v.d. invuller: dit wordt, bij gebrek aan beter weten, vaak gezegd.
sjpeute (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24406 |
cocon |
cocon:
ideosyncr.
cocon (Q027p Doenrade),
pop:
pôp (Q027p Doenrade),
WLD
pop (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18522 |
colbert met twee rijen knopen |
tweerijig:
twèè riejig (Q027p Doenrade)
|
een colbert met twee rijen knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18521 |
colbert met één rij knopen |
eenrijig:
[(spelling) Van Dale: -rijig]
ee riejig (Q027p Doenrade)
|
een colbert met een rij knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (Q027p Doenrade)
|
het colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|