e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopvont doopsteen: deupsjteen (Doenrade), doopvont: doupvontj (Doenrade) doopvont [SGV (1914)] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater doopwater: deupwaater (Doenrade) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door de modder rollen zich wentelen: zex wenšǝlǝ (Doenrade) [N 76, 32] I-12
door elkaar, verward dooreen: doorei (Doenrade), ongeregeld: oongerègeld (Doenrade), onverschillig: onversjillig (Doenrade, ... ), verward: verwort (Doenrade) dooreen [SGV (1914)] || niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
doordeweekse mis mis in de week: mès in de waek (Doenrade) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doordrenken, nat maken drenken: drénke (Doenrade), nat maken: naat make (Doenrade), weken: weekə (Doenrade) met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)] III-4-4
doorgestikte naad siersteek: sērštē̜k (Doenrade) Doorgestikte naden als decoratie. Naden worden doorgestikt aan de goede kant van de stof. Doorstikken is een uitstekende techniek voor het accentueren van een bepaald detail, het plathouden van de naadtoeslagen en het decoreren van effen stof (Het Beste Naaiboek, pag. 152). [N 59, 58] II-7
doorn, stekel doorn: doare (Doenrade), doorn (mv.): doeur (Doenrade) doorn [SGV (1914)] || doorns [SGV (1914)] III-4-3
doornenkroon doornenkroon: döörekroeën (Doenrade) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doornstruik doornenstruik: doeuresjtroek (Doenrade) doornstruik [SGV (1914)] III-4-3