23205 |
doopvont |
doopsteen:
deupsjteen (Q027p Doenrade),
doopvont:
doupvontj (Q027p Doenrade)
|
doopvont [SGV (1914)] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23387 |
doopwater |
doopwater:
deupwaater (Q027p Doenrade)
|
Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34340 |
door de modder rollen |
zich wentelen:
zex wenšǝlǝ (Q027p Doenrade)
|
[N 76, 32]
I-12
|
25059 |
door elkaar, verward |
dooreen:
doorei (Q027p Doenrade),
ongeregeld:
oongerègeld (Q027p Doenrade),
onverschillig:
onversjillig (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
verward:
verwort (Q027p Doenrade)
|
dooreen [SGV (1914)] || niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23468 |
doordeweekse mis |
mis in de week:
mès in de waek (Q027p Doenrade)
|
Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24986 |
doordrenken, nat maken |
drenken:
drénke (Q027p Doenrade),
nat maken:
naat make (Q027p Doenrade),
weken:
weekə (Q027p Doenrade)
|
met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28983 |
doorgestikte naad |
siersteek:
sērštē̜k (Q027p Doenrade)
|
Doorgestikte naden als decoratie. Naden worden doorgestikt aan de goede kant van de stof. Doorstikken is een uitstekende techniek voor het accentueren van een bepaald detail, het plathouden van de naadtoeslagen en het decoreren van effen stof (Het Beste Naaiboek, pag. 152). [N 59, 58]
II-7
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
doare (Q027p Doenrade),
doorn (mv.):
doeur (Q027p Doenrade)
|
doorn [SGV (1914)] || doorns [SGV (1914)]
III-4-3
|
23738 |
doornenkroon |
doornenkroon:
döörekroeën (Q027p Doenrade)
|
De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24619 |
doornstruik |
doornenstruik:
doeuresjtroek (Q027p Doenrade)
|
doornstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|