e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driftig colrig (<fr.): colèrig (Doenrade), koppig: köppig (Doenrade) driftig [SGV (1914)] || vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)] III-1-4
drijftol kokkeral: kokeral (Doenrade), kokkeral (Doenrade) drijftol [SGV (1914)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
drijfzand drijfzand: driefzandj (Doenrade), drīefzàntj (Doenrade), drīēf zantj (Doenrade) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drinkbak zuipbak: zoepbak (Doenrade, ... ) Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)] III-3-2
drinken de dorst lessen: de doosj lésje (Doenrade), drinken: drĕnke (Doenrade), lessen: lèsjsje (Doenrade), lèsjə (Doenrade) drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
drinkfles drinkfles: drinkflesj (Doenrade) Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkfles (verouderd)? [N 93 (1983)] III-3-2
droesem drab: drab (Doenrade), dras: dras (Doenrade, ... ) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
dronkaard zuiplap: zoeplap (Doenrade, ... ), zōēplap (Doenrade) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken zat: zaat (Doenrade) zat [SGV (1914)] III-2-3
droog blijven het blijft droog: ut blift dreug (Doenrade), het blijft over: ⁄t blief euver (Doenrade), overblijven: uèver blieve (Doenrade) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4