21929 |
duif met grote donkere vlekken |
donkere, een -:
une donkere (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt men een duif met grote donkere vlekken in de vleugels (zwart-geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21928 |
duif met grotere kleurschakeringen |
grijze, een -:
une gries (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt men een duif met grotere kleurschakeringen in de vleugels (geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21927 |
duif met kleine kleurschakeringen |
getopte:
une getoepde (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt men een duif met kleine kleurschakeringen vooral in de vleugels (crayonné)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21934 |
duif met één of meer witte pennen |
sjek:
Opm. v.d. invuller: met veel witte pennen.
une sjek (Q027p Doenrade),
witpen:
une witpen (Q027p Doenrade),
witte slag:
ene witte sjlaag (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt men een duif met één of meer witte pennen (wittepen, witteslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21907 |
duif uit het eerste nest van het jaar |
een uit de eerste ronde:
Opm. zo wordt het ook genoemd.
eene oet de eesjte runjde (Q027p Doenrade),
eerste hik:
de eesjte hik (Q027p Doenrade),
vroege, een -:
Opm. v.d. invuller: niet specifiek uit het eerste nest; geld voor alle jonge duiven die met de eerste jonge-duiven tour gespeeld kunnen worden (Tour = reeks; in de winter reeds geplande, wedvluchten).
une vreuge (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21909 |
duif uit het laatste nest van het jaar |
een uit de laatste ronde:
une oet de leste runjde (Q027p Doenrade),
een van de laatste ronde:
Opm. v.d. invuller:
une van de leste runjde (Q027p Doenrade),
late jongen:
ene late jong (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21908 |
duif uit het tweede nest van het jaar |
een uit de tweede ronde:
Opm. v.d. invuller: of driejde runjde, enz.
une oet de tweêde runjde (Q027p Doenrade),
een van de tweede ronde:
Opm. v.d. invuller: of driejde runjde, enz.
une van de tweêde runjde (Q027p Doenrade),
tweede hik:
de tweede hik (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21932 |
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen |
zwarte, een -:
ene zjwarte (Q027p Doenrade),
une sjwarte (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
doef (Q027p Doenrade)
|
Duif [SGV (1914)]
III-4-1
|
21171 |
duiker |
duiker:
duuker (Q027p Doenrade)
|
de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)]
III-3-1
|