e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
envelop envelop (<fr.): amvelop (Doenrade) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie besmettelijke krankheid: besjmettelikkə krankheet (Doenrade) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Doenrade) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan spannen: sjpannə (Doenrade) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog boog: baog (Doenrade) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2
erfenis erfenis: erfenis (Doenrade) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Doenrade) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ergens buiten het hok blijven zitten blijven liggen: ligge blieve (Doenrade), likke blieve (Doenrade), blijven zitten: zitte blieve (Doenrade) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2
ernstig serieus: serieus (Doenrade) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
esdoorn esdoorn: esdōre (Doenrade) De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] III-4-3