e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Duras

Overzicht

Gevonden: 1108
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lestig (Duras) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
leeg, gezegd van een noot loos: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  loeze neut (Duras) loze noot [ZND 30 (1939)] III-2-3
leegloper straatbrak: ook materiaal znd 30, 4  stroatbrak (Duras), straatloper: ook materiaal znd 30, 4  stroatloe-per (Duras) leegloper [ZND 01 (1922)] III-1-4
leep, doortrapt onder hem uit: die onder hem aat is (Duras) doortrapte kerel [ZND 30 (1939)] III-1-4
leest leest: lis (Duras) De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.] II-10
leeuw leeuw: lie-ef (Duras) Leeuw. [ZND 30 (1939)] III-3-2
leiden leiden: lēǝ (Duras) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lente, voorjaar opgang: opgang (Duras) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepe, doortrapte kerel slimmerik: slimmerik (Duras) doortrapte kerel [ZND 30 (1939)] III-1-4
leunstoel leunstoel: lēnstul (Duras, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1