e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eckelrade

Overzicht

Gevonden: 211

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grōmǝnt (Eckelrade), nagras: nǫgrās (Eckelrade) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
navel navel: navel (Eckelrade) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
noemen noemen: neume (Eckelrade) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
oever boord: boïrd (Eckelrade) oever [DC 02 (1932)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes momentje: e menteke (Eckelrade) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
ondiep dreeg: drɛi̯ (Eckelrade) De in dit lemma genoemde termen voor ondiep (kunnen) worden gebruikt in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Vaak kent men voor het verrichten van ondiep ploegwerk een speciale term. Zie daarvoor het volgende lemma. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 39 + 42a + 43 + 44 + 45 + 47; N 11A, 107b + 110a + b; N P, 12; A 20, 1c; Lu 1, 1c; A 23, 1c; A 27, 24b; Lu 5, 24b; monogr.] I-1
ondiepe voor, ondiep geploegd land drege voor: dr ̇ęi̯ [voor] (Eckelrade) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor a) de ondiepe voor in het algemeen; b) de voor die ontstaat bij de een of andere manier van ondiep ploegen; c) de akker die in zodanige voren geploegd ligt. Van een indeling in groepen moest worden afgezien, omdat van sommige woordtypen niet alleen de meervouds-, maar ook de enkelvoudsvorm bruikbaar is voor de ondiepe voren waarmee men de akker beploegt, en bijgevolg voor de aldus bewerkte akker zelf. De termen zijn voornamelijk gerangschikt naar het grondwoord voor "ondiep geploegd" resp. "ondiepe voor". Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegvoor. [N P, 12; N 11A, 109c + d; add.: JG 1b; N 11, 59; A 20, 1b; monogr.] I-1
ontbijt koffiedrinken, het -: koffiedrinke (Eckelrade) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 6 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontsmettingsmiddel ontsmettingsmiddel: ǫntšmęteŋsmedǝl (Eckelrade) Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4
os os: ø̜s (Eckelrade) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11