32955 |
nagras, tweede hooioogst |
groe(n)maad:
grōmǝnt (Q193a Eckelrade),
nagras:
nǫgrās (Q193a Eckelrade)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
17766 |
navel |
navel:
navel (Q193a Eckelrade)
|
navel [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
20401 |
noemen |
noemen:
neume (Q193a Eckelrade)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
24947 |
oever |
boord:
boïrd (Q193a Eckelrade)
|
oever [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
momentje:
e menteke (Q193a Eckelrade)
|
ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
32696 |
ondiep |
dreeg:
drɛi̯ (Q193a Eckelrade)
|
De in dit lemma genoemde termen voor ondiep (kunnen) worden gebruikt in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Vaak kent men voor het verrichten van ondiep ploegwerk een speciale term. Zie daarvoor het volgende lemma. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 39 + 42a + 43 + 44 + 45 + 47; N 11A, 107b + 110a + b; N P, 12; A 20, 1c; Lu 1, 1c; A 23, 1c; A 27, 24b; Lu 5, 24b; monogr.]
I-1
|
32699 |
ondiepe voor, ondiep geploegd land |
drege voor:
dr ̇ęi̯ [voor] (Q193a Eckelrade)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor a) de ondiepe voor in het algemeen; b) de voor die ontstaat bij de een of andere manier van ondiep ploegen; c) de akker die in zodanige voren geploegd ligt. Van een indeling in groepen moest worden afgezien, omdat van sommige woordtypen niet alleen de meervouds-, maar ook de enkelvoudsvorm bruikbaar is voor de ondiepe voren waarmee men de akker beploegt, en bijgevolg voor de aldus bewerkte akker zelf. De termen zijn voornamelijk gerangschikt naar het grondwoord voor "ondiep geploegd" resp. "ondiepe voor". Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegvoor. [N P, 12; N 11A, 109c + d; add.: JG 1b; N 11, 59; A 20, 1b; monogr.]
I-1
|
20581 |
ontbijt |
koffiedrinken, het -:
koffiedrinke (Q193a Eckelrade)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 6 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
33002 |
ontsmettingsmiddel |
ontsmettingsmiddel:
ǫntšmęteŋsmedǝl (Q193a Eckelrade)
|
Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b]
I-4
|
34053 |
os |
os:
ø̜s (Q193a Eckelrade)
|
Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11
|