e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slip-over slip-over: slipover (Egchel) slipover, truivest zonder mouwen [N 23 (1964)] III-1-3
slipjas flikker: flikker (Egchel), slipjas: sjlupjas (Egchel) jacquetjas, zwarte jas met lange achterpanden [pitteleer, pieteloer, slipjas, frak, batsesleeger, billentikker, klaovert, steekert] [N 23 (1964)] III-1-3
slobkous slobkous: sjlópkous (Egchel) voetbekleedsel zonder zool, dat over de schoenen (en enkels) wordt gedragen [slopkous, soepjee] [N 24 (1964)] III-1-3
sluitklep lok: loek (Egchel) klep van een broek met sluitklep aan de voorkant [bokseslaag, presenteerblad] [N 23 (1964)] III-1-3
smalle weg, pad doorloop: dōrlau̯p (Egchel), veeweg: viǝwēx (Egchel) Een smalle weg, een pad in het algemeen. In L 40, 25 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor ø̄een smalle weg, een padø̄ en in N M, 5 naar die voor ø̄een pad of een veeweg door een weiø̄. Omdat er in de antwoorden op beide vragen veel overlapping zat, zijn deze in √©√©n lemma ondergerbacht. Uiteraard duiden woorden als veeweg, weiweg, koegang e.a. specifiek op een weg door een wei. [N M 5; N P, 2; S 27; L 40, 25; R I, 3; A 25, 6 add.; L 19B, 6; monogr.] I-8
sneeuwbui sneeuwbui: sjnieje buij (Egchel) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: sjnieje (Egchel) sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snijwonde snee: enne snee‧j (Egchel) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snotneus snotnaas: snotnaas (Egchel) snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
sok sok: zòk (Egchel) sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)] III-1-3