21285 |
heer |
heer:
he:r (Q086p Eigenbilzen)
|
heer [RND]
III-3-1
|
21151 |
heerbaan |
grote weg:
(grote) wèèg (Q086p Eigenbilzen)
|
een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24607 |
heermoes |
kattestaart:
katǝstat (Q086p Eigenbilzen)
|
Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.]
I-5
|
18015 |
hees, schor |
hees:
hèès (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19447 |
heg, haag |
haag:
haog (Q086p Eigenbilzen)
|
Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24168 |
heggenmus |
aardmus:
jatmès (Q086p Eigenbilzen),
jatmèès (Q086p Eigenbilzen),
haagmus:
hoogmèès (Q086p Eigenbilzen),
hoègmes (Q086p Eigenbilzen)
|
heggemus || heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23208 |
heilig |
heilig:
heilig (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23795 |
heilig graf |
rustaltaar:
rustaltaar (Q086p Eigenbilzen)
|
De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23395 |
heilig hartbeeld |
heilig hart:
heilig hart (Q086p Eigenbilzen),
heilig hat (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
het heilig hart (Q086p Eigenbilzen),
het heilig hat (Q086p Eigenbilzen),
heilig hartbeeld:
heilig hartbeeld (Q086p Eigenbilzen)
|
Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23741 |
heilig hartlampje |
devotielampje:
devotielempke (Q086p Eigenbilzen),
heilig hartlampje:
het heilig hart lempke (Q086p Eigenbilzen)
|
Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)]
III-3-3
|