e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijkenhuisje dodenhuisje: t dodeheiske (Eigenbilzen), lijkenhuis: lèèkenhoos (Eigenbilzen) Het gebouwtje op of bij het kerkhof, waar de lijkbaar staat en waar men vroeger zo nodig een lijk tijdelijk onderbracht [lijkenhuisje, liek(e)huuske, dodenhuisje, doeëdehuus-je?]. [N 96A (1989)] III-3-3
lijkwagen lijkwagel: de leekwoagel (Eigenbilzen) de lijkwagen [doeëdewaan] [N 96D (1989)] III-2-2
lijn waar het spel begint lijn: lijn (Eigenbilzen), streep: streep (Eigenbilzen) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] III-3-2
lijnzaadmeel lijzendemeel: li̯īzǝdǝmɛ̄l (Eigenbilzen) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
liniaal regel: règel (Eigenbilzen), ənə règəl (Eigenbilzen) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linkerkant van het paard linkerflank: leŋkǝrflāŋk (Eigenbilzen) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
links, linkshandig links: le:ŋks (Eigenbilzen), leenksch (Eigenbilzen), lēnks (Eigenbilzen), links (Eigenbilzen, ... ), linksch (Eigenbilzen), slinks: slinks (Eigenbilzen, ... ) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] || met de linkerhand [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] || Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)] III-1-2
linksachter linkse back (eng.): linkse bak (Eigenbilzen) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon averrechtse, een -: oaverrechts (Eigenbilzen), linke poot: ne linkepoot (Eigenbilzen), linkse poot: le:ŋksəput (Eigenbilzen), linkse, een -: ene leenksche (Eigenbilzen), lēnksə (Eigenbilzen), linkse (Eigenbilzen), ənə lēnksə (Eigenbilzen), ənə linkschə (Eigenbilzen) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksextrme (fr.): linksextrèèm (Eigenbilzen) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2