17561 |
been, beenderen |
knook:
knjèk (Q086p Eigenbilzen),
knwok (Q086p Eigenbilzen)
|
beenderen (op het kerkhof) [ZND 21 (1936)] || benen, been (Frans: un os) [knook, knowk, been, bot] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20193 |
beenderen op het kerkhof |
knook/knoken (ev./mv.?):
znd 21, 009c
knjèk (Q086p Eigenbilzen)
|
beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
19140 |
beestachtig persoon; beestachtig |
beest van een mens:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄n bees van ne mins (Q086p Eigenbilzen)
|
met een zeer slecht, beestachtig karakter [sakkers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23868 |
begeleider van het baldakijn |
hemelwacht:
de hiemelwaag (Q086p Eigenbilzen),
schutten:
Dit is het dialect voor `schutters`.
sjètte (Q086p Eigenbilzen)
|
De begeleiders van de hemel, bijvoorbeeld vier leden van de schutterij [hiëmelwach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24092 |
begijn |
begijn:
begijn (Q086p Eigenbilzen),
begijntje:
begijntsje (Q086p Eigenbilzen)
|
De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20430 |
begrafenis |
begrafenis:
begrèfenis (Q086p Eigenbilzen),
begrèfənis (Q086p Eigenbilzen)
|
begrafenis; een schoone - [ZND 32 (1939)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20434 |
begrafenismaal |
koffietafel:
de koffeetoafel (Q086p Eigenbilzen),
koffietaofel (Q086p Eigenbilzen)
|
het begrafenismaal [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20431 |
begraven |
begraven:
begroave (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
begroaven (Q086p Eigenbilzen)
|
een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18807 |
begrijpen |
verstaan:
verstwèn (Q086p Eigenbilzen)
|
met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18798 |
begrip, besef |
benul:
benul (Q086p Eigenbilzen)
|
een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)]
III-1-4
|