e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rentenieren rentenieren: rintenieren (Eigenbilzen) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] III-3-1
reparatie reparatie: repǝrǭsǝ (Eigenbilzen) Het repareren van schoenen. Met kan met reparatie ook bedoelen schoenen die gerepareerd moeten worden. [N 60, 231c] II-10
repareren lappen: lapǝn (Eigenbilzen), repareren: repareren (Eigenbilzen), reparęrǝ (Eigenbilzen), schoenmaken: šūnmǭkǝn (Eigenbilzen) Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] II-10, III-4-4
reseda reseda: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  reseda (Eigenbilzen) [ZND 35 (1941)] I-7
rest in het glas klatsje: kletskə (Eigenbilzen) kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] III-2-3
restant vissen forel: forel (Eigenbilzen), zalm: zalm (Eigenbilzen, ... ), zaləm (Eigenbilzen) forel [N102 (1998)] || zalm [N100 (1997)] III-4-2
restant vogels kruisbek: kruisbek (gew.uitspr.) (Eigenbilzen), wilde eend: kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook  wul èènd (Eigenbilzen), pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek  wul èènd (Eigenbilzen), slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek  wul èènd (Eigenbilzen), smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter  wul èènd (Eigenbilzen), tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters  wul èènd (Eigenbilzen), toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet  wul èènd (Eigenbilzen) kruisbek || kuifeend [N 09 (1961)] || pijlstaart [N 09 (1961)] || slobeend [N 09 (1961)] || smient [N 09 (1961)] || tafeleend [N 09 (1961)] || toppereend [N 09 (1961)] III-4-1
resten van het eten van dieren orten (mv): ērtǝn (Eigenbilzen) [L 34, 77b] I-11
retraitant retraitant: retraitant (Eigenbilzen) Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)] III-3-3
retraite retraite (fr.): retrait (Eigenbilzen), retraite (Eigenbilzen, ... ) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3