21892 |
rentenieren |
rentenieren:
rintenieren (Q086p Eigenbilzen)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
31124 |
reparatie |
reparatie:
repǝrǭsǝ (Q086p Eigenbilzen)
|
Het repareren van schoenen. Met kan met reparatie ook bedoelen schoenen die gerepareerd moeten worden. [N 60, 231c]
II-10
|
25095 |
repareren |
lappen:
lapǝn (Q086p Eigenbilzen),
repareren:
repareren (Q086p Eigenbilzen),
reparęrǝ (Q086p Eigenbilzen),
schoenmaken:
šūnmǭkǝn (Q086p Eigenbilzen)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
II-10, III-4-4
|
24548 |
reseda |
reseda:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
reseda (Q086p Eigenbilzen)
|
[ZND 35 (1941)]
I-7
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletskə (Q086p Eigenbilzen)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
forel:
forel (Q086p Eigenbilzen),
zalm:
zalm (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
zaləm (Q086p Eigenbilzen)
|
forel [N102 (1998)] || zalm [N100 (1997)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
kruisbek:
kruisbek (gew.uitspr.) (Q086p Eigenbilzen),
wilde eend:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
wul èènd (Q086p Eigenbilzen)
|
kruisbek || kuifeend [N 09 (1961)] || pijlstaart [N 09 (1961)] || slobeend [N 09 (1961)] || smient [N 09 (1961)] || tafeleend [N 09 (1961)] || toppereend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34281 |
resten van het eten van dieren |
orten (mv):
ērtǝn (Q086p Eigenbilzen)
|
[L 34, 77b]
I-11
|
23676 |
retraitant |
retraitant:
retraitant (Q086p Eigenbilzen)
|
Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retrait (Q086p Eigenbilzen),
retraite (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|