e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rotten verrimpelen: verrimpelen (Eigenbilzen) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit verrimpelen: verrimpelen (Eigenbilzen) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen rouw dragen: rew draoge (Eigenbilzen), rew droage (Eigenbilzen) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwbrief doodsbrief: den doodsbrief (Eigenbilzen), doodsbrief (Eigenbilzen) De rouwbrief. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwkrans krans: krans (Eigenbilzen), kroon: de kroon (Eigenbilzen) De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwpoffer/rouwmuts rouwmuts: roͅuwmeͅts (Eigenbilzen) muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)] III-2-2
rouwsluier rouwsluier: een rewslijer (Eigenbilzen) een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] III-2-2
rouwsluier aan een hoed rouwband: roͅuwband (Eigenbilzen) rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)] III-2-2
royaal royaal (<fr.): reial (Eigenbilzen) Royaal: uitspraak en betekenis (mild, onbekrompen, volop, enz.). [ZND 41 (1943)] III-3-1
rozenbottel moepel: 2e e = doffe e [d]  moepele (Eigenbilzen) rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). [N 92 (1982)] III-4-3