e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreuk spreuk: spreuk (Eigenbilzen) Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)] III-3-1
springen springen: sprengen (Eigenbilzen) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
sproeten sproeten: sproete (Eigenbilzen) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: spronkele(n) (Eigenbilzen), sprwukkelen (Eigenbilzen), sprèkele (Eigenbilzen) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] || Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
spruiten, uitbotten uitlopen: ootloape (Eigenbilzen) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruw ontsteking in de mond: ontstèking in de mond (Eigenbilzen), spruw: spruw (Eigenbilzen) Spruw: de ontsteking van het slijmvlies in de mondholte vooral bij zuigelingen; aanvankelijk wordt dit vlies hoogrood en later met witte stippen bedekt (spruw, schuil, steenhuffel, mondzeer). [N 107 (2001)] III-1-2
spuiten spritsen (<du.): spritze (Eigenbilzen), spuiten: spète (Eigenbilzen), spète(n) (Eigenbilzen), spèten (Eigenbilzen, ... ) Met kracht vloeistof door een nauwe opening persen (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen) [N 108 (2001)] || persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
staal staal: stòòl (Eigenbilzen) kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)] III-3-1
staal, monster staal: stǭl (Eigenbilzen) Een lapje stof om daarnaar de hoedanigheid, kleur, enz. van het gehele stuk te beoordelen. [N 62, 71c; MW] II-7
staalborstel stalen borstel: stǭlǝ bjøstǝl (Eigenbilzen) Soort handborstel met stalen draden waarmee vuil en roest van metaal kan worden verwijderd, koper gepolijst kan worden, etc. Zie ook afb. 207. Volgens respondenten uit L 159a, 165, 192a, 213, 217, 289, 290, 291, 382, 414, 423, 432, P 47, 219, Q 18, 71, 83, 86, 111 en 121b werd de staalborstel ook vaak gebruikt om vijlsel uit de kap van het blad van vijlen te verwijderen. Vgl. het lemma "vijlborstel". Zie ook het lemma "staalborstel" in de paragraaf over de vaktaal van de huisschilder in Wld II.9, pag. 203-204. [N 33, 107; N 33, 216; N 64, 59a-b] II-11