21534 |
spreuk |
spreuk:
spreuk (Q086p Eigenbilzen)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
17818 |
springen |
springen:
sprengen (Q086p Eigenbilzen)
|
springen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
17591 |
sproeten |
sproeten:
sproete (Q086p Eigenbilzen)
|
sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17915 |
sprokkelen |
sprokkelen:
spronkele(n) (Q086p Eigenbilzen),
sprwukkelen (Q086p Eigenbilzen),
sprèkele (Q086p Eigenbilzen)
|
Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] || Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24516 |
spruiten, uitbotten |
uitlopen:
ootloape (Q086p Eigenbilzen)
|
Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18066 |
spruw |
ontsteking in de mond:
ontstèking in de mond (Q086p Eigenbilzen),
spruw:
spruw (Q086p Eigenbilzen)
|
Spruw: de ontsteking van het slijmvlies in de mondholte vooral bij zuigelingen; aanvankelijk wordt dit vlies hoogrood en later met witte stippen bedekt (spruw, schuil, steenhuffel, mondzeer). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17910 |
spuiten |
spritsen (<du.):
spritze (Q086p Eigenbilzen),
spuiten:
spète (Q086p Eigenbilzen),
spète(n) (Q086p Eigenbilzen),
spèten (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
Met kracht vloeistof door een nauwe opening persen (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen) [N 108 (2001)] || persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)]
III-1-2, III-4-4
|
21526 |
staal |
staal:
stòòl (Q086p Eigenbilzen)
|
kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
28835 |
staal, monster |
staal:
stǭl (Q086p Eigenbilzen)
|
Een lapje stof om daarnaar de hoedanigheid, kleur, enz. van het gehele stuk te beoordelen. [N 62, 71c; MW]
II-7
|
30679 |
staalborstel |
stalen borstel:
stǭlǝ bjøstǝl (Q086p Eigenbilzen)
|
Soort handborstel met stalen draden waarmee vuil en roest van metaal kan worden verwijderd, koper gepolijst kan worden, etc. Zie ook afb. 207. Volgens respondenten uit L 159a, 165, 192a, 213, 217, 289, 290, 291, 382, 414, 423, 432, P 47, 219, Q 18, 71, 83, 86, 111 en 121b werd de staalborstel ook vaak gebruikt om vijlsel uit de kap van het blad van vijlen te verwijderen. Vgl. het lemma "vijlborstel". Zie ook het lemma "staalborstel" in de paragraaf over de vaktaal van de huisschilder in Wld II.9, pag. 203-204. [N 33, 107; N 33, 216; N 64, 59a-b]
II-11
|