28894 |
stikmachine |
stikmachine:
stekmǝšin (Q086p Eigenbilzen),
stikmachine (Q086p Eigenbilzen)
|
De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Knöfel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237]
II-10
|
28975 |
stiksteek |
stiksteek:
stekstik (Q086p Eigenbilzen)
|
Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46]
II-7
|
34018 |
stilstaan |
ju(j):
jȳ (Q086p Eigenbilzen)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
17738 |
stinken |
stinken:
stinke (Q086p Eigenbilzen),
stinke(n) (Q086p Eigenbilzen),
stinken (Q086p Eigenbilzen)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] || Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
31693 |
stobbe |
kont:
kǫnt (Q086p Eigenbilzen)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
de koorstiel (Q086p Eigenbilzen)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21226 |
stoep |
trottoir:
trottoir (Q086p Eigenbilzen)
|
stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
18775 |
stof |
stof:
stof (Q086p Eigenbilzen)
|
Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW]
II-7
|
19430 |
stof afnemen |
stub afdoen:
(oaf stèbbe)
stèb afdoen (Q086p Eigenbilzen)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19659 |
stofblik |
blik:
blik (Q086p Eigenbilzen),
vuilblik:
voelblek (Q086p Eigenbilzen)
|
Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stofblik [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|