e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stikmachine stikmachine: stekmǝšin (Eigenbilzen), stikmachine (Eigenbilzen) De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Kn√∂fel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237] II-10
stiksteek stiksteek: stekstik (Eigenbilzen) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stilstaan ju(j): jȳ (Eigenbilzen) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stinke (Eigenbilzen), stinke(n) (Eigenbilzen), stinken (Eigenbilzen) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] || Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stobbe kont: kǫnt (Eigenbilzen) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: de koorstiel (Eigenbilzen) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep trottoir: trottoir (Eigenbilzen) stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1
stof stof: stof (Eigenbilzen) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] II-7
stof afnemen stub afdoen: (oaf stèbbe)  stèb afdoen (Eigenbilzen) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1
stofblik blik: blik (Eigenbilzen), vuilblik: voelblek (Eigenbilzen) Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1