e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ten doop houden ten doop houden: ten deep hagen (Eigenbilzen) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen afmaken: aofmaaken (Eigenbilzen) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten offer gaan ten offer gaan: ten offer gwèn (Eigenbilzen, ... ), ten offer gwén (Eigenbilzen) De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] III-3-3
ten volle bediend zijn volledig bediend zijn: hé is volledig bediend (Eigenbilzen) Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)] III-3-3
tepel dem: dɛm (Eigenbilzen, ... ), knopje: Komt van knopjes.  knèpkes (Eigenbilzen) [L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]borsttepels [N 10c (1995)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] I-12, I-9, III-1-1
tepel van een geit dem: dɛm (Eigenbilzen) [L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.] I-12
tepel, tet tet: tɛt (Eigenbilzen) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
ter begrafenis gaan naar de begrafenis gaan: no de begrèfenis gwèn (Eigenbilzen), noa de begrèfenis gwèn (Eigenbilzen), noa de begréfenis gwén (Eigenbilzen) een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)] III-2-2
teraardebestelling begrafenis: begrèfenis (Eigenbilzen), de begréfenis (Eigenbilzen), neerlaten van de kist: het neerloate van de kis (Eigenbilzen) De teraardebestelling. [N 96D (1989)] III-3-3
terugwijkende dakrand boven een poort insprong: ensproŋk (Eigenbilzen) Een poort in de lange gevel van een schuur of stal zou door de geringe hoogte van het dak wel eens te laag kunnen zijn om wagens door te laten. Om dit te voorkomen kan men de poort binnenwaarts plaatsen ofwel het dak boven de poort verhogen. In beide gevallen wordt de hoogte groter. In het eerste geval ontstaat er boven de teruggebouwde poort een terugwijkende dakrand. Het dak wordt iets kleiner. Zie afbeelding 22.a. [N 4A, 30] I-6