24004 |
ten doop houden |
ten doop houden:
ten deep hagen (Q086p Eigenbilzen)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
aofmaaken (Q086p Eigenbilzen)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23638 |
ten offer gaan |
ten offer gaan:
ten offer gwèn (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
ten offer gwén (Q086p Eigenbilzen)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24055 |
ten volle bediend zijn |
volledig bediend zijn:
hé is volledig bediend (Q086p Eigenbilzen)
|
Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17632 |
tepel |
dem:
dɛm (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
knopje:
Komt van knopjes.
knèpkes (Q086p Eigenbilzen)
|
[L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]borsttepels [N 10c (1995)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40]
I-12, I-9, III-1-1
|
34452 |
tepel van een geit |
dem:
dɛm (Q086p Eigenbilzen)
|
[L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.]
I-12
|
34320 |
tepel, tet |
tet:
tɛt (Q086p Eigenbilzen)
|
Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.]
I-12
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
no de begrèfenis gwèn (Q086p Eigenbilzen),
noa de begrèfenis gwèn (Q086p Eigenbilzen),
noa de begréfenis gwén (Q086p Eigenbilzen)
|
een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
begrèfenis (Q086p Eigenbilzen),
de begréfenis (Q086p Eigenbilzen),
neerlaten van de kist:
het neerloate van de kis (Q086p Eigenbilzen)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33463 |
terugwijkende dakrand boven een poort |
insprong:
ensproŋk (Q086p Eigenbilzen)
|
Een poort in de lange gevel van een schuur of stal zou door de geringe hoogte van het dak wel eens te laag kunnen zijn om wagens door te laten. Om dit te voorkomen kan men de poort binnenwaarts plaatsen ofwel het dak boven de poort verhogen. In beide gevallen wordt de hoogte groter. In het eerste geval ontstaat er boven de teruggebouwde poort een terugwijkende dakrand. Het dak wordt iets kleiner. Zie afbeelding 22.a. [N 4A, 30]
I-6
|