e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterzucht water: woater (Eigenbilzen), waterzucht: woaterzucht (Eigenbilzen) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)] III-1-2
weddenschap weddingschap: wediŋsjap (Eigenbilzen) weddenschap [RND] III-3-2
weefkamer weefkamer: wē̜fkǭmǝr (Eigenbilzen) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: stof (Eigenbilzen) Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] III-1-3
weegtoestel voor ijzer bascule: baskøl (Eigenbilzen) In dit lemma zijn de antwoorden bijeengeplaatst op vraag N 33, 208: "De weegschaal die gebruikt wordt om zwaar ijzerwerk te wegen." De benamingen in het lemma duiden verschillende weegtoestellen aan. De woordtypen bascule, pondel en unsel zijn specifiek van toepassing op een weegwerktuig met ongelijke armen, waarmee men, door met een klein gewicht aan de lange arm heen en weer te schuiven, een grote last, die aan de korte arm hangt, kan wegen. [N 33, 208] II-11
week in de muil lijs in de bek: lis en dǝ bk (Eigenbilzen) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weekblad? prentenblad: printenblaod (Eigenbilzen) weekblad met veel prenten en fotos [ZND 36 (1941)] III-3-1
weekdienst wekelijkse mis: wéékelekse mès (Eigenbilzen) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weer genezen weer op zijn stokken: wier op z`n stekken (Eigenbilzen) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weerbarstig contraire (fr.): contware zien (Eigenbilzen) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4