24453 |
citroenvlinder |
pepel:
woord voor alle vlinders gezegd
piepel (Q086p Eigenbilzen)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24406 |
cocon |
pop:
pup (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (Q086p Eigenbilzen),
kort jasje:
koͅt jeͅskə (Q086p Eigenbilzen)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23628 |
collectant |
die met de schaal rondgaat:
dé mét de sjoal rondgéét (Q086p Eigenbilzen)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23624 |
collecte |
collecte:
de kolekte (Q086p Eigenbilzen),
rondhaling:
rondhoaling (Q086p Eigenbilzen)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23630 |
collectebakje |
centenbakje:
centebekske (Q086p Eigenbilzen)
|
Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23625 |
collecteren |
geld rondhalen:
geld rondhoalen (Q086p Eigenbilzen),
met de schaal rondgaan:
mét de sjoal rondgwén (Q086p Eigenbilzen),
rondgaan:
rondgwèn (Q086p Eigenbilzen)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
schaal:
de sjoal (Q086p Eigenbilzen),
sjoal (Q086p Eigenbilzen),
schotel:
sjwuttel (Q086p Eigenbilzen)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23626 |
collectezakje |
klingelbuidel:
de klingelbeel (Q086p Eigenbilzen)
|
Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24020 |
communicantje |
communicant (<lat.):
kemminekant (Q086p Eigenbilzen),
communicantje (<lat.):
é kommienekantche (Q086p Eigenbilzen)
|
Een communicantje. [N 96D (1989)]
III-3-3
|