e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dartel weelderig: wɛ̄ldǝrex (Eigenbilzen) Gezegd van felle, vurige, moeilijk te tomen paarden, vooral jonge hengsten. [JG 1d; N 8, 64g] I-9
das, sjaal sjerp: šeͅrəp (Eigenbilzen) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld kravattenspang (<fr.): kravatəspaŋ (Eigenbilzen) dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)] III-1-3
de absolutie geven absolutie (<fr.) geven: absolutie gève (Eigenbilzen), de absoluuse géve (Eigenbilzen) De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)] III-3-3
de akker bewerken labeuren: labē̜rǝ (Eigenbilzen) Al het werk op de akker samen (bemesten, ploegen, eggen, rollen enz.) kan als één geheel gezien worden. Het werk op de akker staat dan in tegenstelling tot het werk op de boerderij. Het woord labeuren blijkt de volgende betekenisnuances te hebben: a. al het werk op de akker tot deze gereed is om bezaaid of beplant te worden, b. al het werk op de akker, het zaaien of planten inbegrepen, c. al het werk op de akker in het algemeen, soms met inbegrip van het oogsten. Vaak heeft het de bijbetekenis van zwaar werk verrichten. Opgaven van labeuren de zin van "het boerenbedrijf uitoefenen" of met "zwaar werk doen" als hoofdbetekenis zijn hier niet opgenomen. [N 5A, 95a add.; N 11A, 132 add.; N 11A, 143; JG 1a + 1b; L 37, 11c; monogr.] I-1
de avond luiden de avondklok luiden: də aovəndklok leuit (Eigenbilzen) De avondklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
de baas spelen de baas spelen: de baas spjulle (Eigenbilzen) de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] III-1-4
de berg afrollen afrollen: de berg afrollen (Eigenbilzen), aftuimelen: de berg aftômelen (Eigenbilzen) de berg afrollen [ZND 41 (1943)] III-1-2
de catechismusles bijwonen naar de catechismus gaan: no de kattekismes gwen (Eigenbilzen), no de kattekismes gwèn (Eigenbilzen) De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)] III-3-3
de catechismusles verzuimen de catechismus spijbelen: de kattekismes spijbele (Eigenbilzen), niet naar de catechismus gaan: nie no de kattekismes gwèn (Eigenbilzen) De katechismusles verzuimen. [N 96D (1989)] III-3-3