e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselzand bergzand: bɛrx˲zant (Eijsden), papzand: pap˲zānt (Eijsden  [(uit België en uit Berg en Terblijt)]  ), scherp zand: šęrǝp ˲zānt (Eijsden), zand: zānt (Eijsden) Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.] II-9
middag (s middags) noen: nôôn (Eijsden) middag [RND] III-4-4
middagdutje middagslaapje: middagschlöpke (Eijsden) middagdutje [SGV (1914)] III-1-2
middagdutje doen middagslaapje houden: hē helt zen middagschlöpke (Eijsden), nirgelen: bet. herkauwen.  nirgele (Eijsden) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
mier aamzeik: haoëmzèèk (Eijsden), Veldeke  ’n haoëmzeek (Eijsden) mier || mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenei aamzeikeneitje: Veldeke  ’n haoëmzeeke-eike (Eijsden) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop aamzeikennest: Veldeke  ’n haoëmzeeke-nisj (Eijsden) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mikken mikken: mikə (Eijsden) lonken (mikken) [RND] III-3-2
minderen minderen: mindere (Eijsden) minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: minderjörig (Eijsden) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2