19547 |
petroleumlamp |
nachtslampje:
klein petrollampje
naachslèmpke (Q198p Eijsden),
pètroles-lamp:
petrolslaamp (Q198p Eijsden),
kengké
petrolslaamp (Q198p Eijsden),
quinquet:
kengke (Q198p Eijsden),
petrolslaamp
kengké (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u een kandelaar? (kandelaber) [N 104 (2000)] || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21063 |
peul |
leut:
leute (Q198p Eijsden)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
leute (Q198p Eijsden)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
leuten:
ideosyncr. additie bij vraag 130: (de jonge erwten) uit de dop hàlen
läöte (Q198p Eijsden),
peulen:
pōͅlə (Q198p Eijsden)
|
[N Q (1966)]doppen [N 82 (1981)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen afhalen:
boene aafhole (Q198p Eijsden),
bonen pitsen:
de peultjes afdoen
boene pietse (Q198p Eijsden),
bonen ranken:
boene rènge (Q198p Eijsden)
|
boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
erwten peulen:
èrte paole (Q198p Eijsden)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
25420 |
pezen |
pezen:
pē̜zǝ (Q198p Eijsden)
|
[N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.]
II-1
|
25421 |
pezen blootleggen |
pezen lossnijden:
pēzǝ losšni-jǝ (Q198p Eijsden)
|
Men maakt een snede achter de achillespees, waardoor deze bloot komt te liggen. Door het door de snede ontstane gat steekt men meestal een balkje, vaak voorzien van inkepingen. waarin dan de pezen worden geschoven, zodat deze niet weg kunnen schuiven. Zo wordt voorkomen dat het dier "dichtklapt". [N 28, 62; monogr.]
II-1
|
21734 |
pezerik |
piezel:
pizǝl (Q198p Eijsden)
|
De uitgesneden roede of zaadstreng van een mannelijk varken na het slachten. Veelal gebruikt men deze zaadstreng om er de zaag of schaaf mee in te smeren. Ook werkschoenen vet men ermee in. ''s Winters wordt hij als voer aan de vogels, vooral de mezen, gegeven, soms ook met de bedoeling om de vogels te vangen. [N 28, 71; N 28, 72; monogr.]
II-1
|
23172 |
piano |
piano:
Karte 244.
pi`jāno} m. (Q198p Eijsden)
|
Klavier.
III-3-2
|