e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prei spoier: spōir (Eijsden) prei [SGV (1914)] I-7
prent(je) prent(je): print (Eijsden) prent [SGV (1914)] III-3-2
pret, schik schik: schik (Eijsden) schik [SGV (1914)] III-1-4
priem troggelpinnetje: trǭgǝlpenǝkǝ (Eijsden) Een puntig werktuig van been dat wordt gebruikt voor het maken van de ronde gaatjes die nodig zijn voor nestelgaatjes of kleermakersknoopsgaten. Ook verwijdert men hiermee rijgsteken. Zie afb. 14. [N 59, 31; monogr.] II-7
priemen priemen: %%de volgende opgaven zijn enkelvoud%%  prīm (Eijsden) De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.] II-9
priester priester: preeschter (Eijsden) priester [SGV (1914)] III-3-3
priestersteek met ronde luifel steek: sjtieëk (Eijsden) priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: prɛ.is (Eijsden) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad puntdraad: pøŋtdrǭt (Eijsden) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dok: dok (Eijsden, ... ) tol (speeltuig) [SGV (1914)] || Wurfkreisel. III-3-2