24718 |
bladerloze boom |
blaren verloren:
ideosyncr.
blaar verloere (Q198p Eijsden)
|
Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
19978 |
blaffen |
builen:
bui-le (Q198p Eijsden)
|
blaffen [SGV (1914)]
III-2-1
|
24473 |
blauwe bosbes |
molber:
molber (Q198p Eijsden)
|
boschbes [SGV (1914)]
III-4-3
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
reigel (Q198p Eijsden)
|
reiger [SGV (1914)]
III-4-1
|
29815 |
blauwe steen |
plintsteen:
pleŋtštęjn (Q198p Eijsden)
|
Baksteen die tijdens het bakken gerookt werd en dientengevolge een blauwe tint heeft. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛblauwstokenɛ in de paragraaf over de vervaardiging van dakpannen. Schuddinck (pag. 84) merkt over dit soort stenen op dat ze in een zgn. ɛblauwe ovenɛ worden gebakken. Men steekt daarbij groen elzehout in de stookgaten v√≥√≥r de oven afgekoeld is. De stenen blijven enkele dagen in de rook van het elzenhout en worden daardoor in- en uitwendig blauw. De invuller uit L 210 vermeldt dat rook niet van invloed is op de kleur steen, maar de kwaliteit of soort klei: rivierklei (kalkhoudend) bakt geel; bergklei (ijzerhoudend) bakt rood; bergklei waaronder vette klei (l√∂ss) is gemengd, bakt blauw.' [N 30, 52c]
II-8
|
17691 |
blazen |
blazen:
blaoze (Q198p Eijsden),
in het wars liggen:
in ǝt wē̜ǝš liqǝ (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] || Oneffen liggen, van kleding gezegd. [N 59, 189]
II-7, III-2-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
bleik (Q198p Eijsden),
u zīēt ⁄r blèek oet (Q198p Eijsden)
|
bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)]
III-1-2
|
17987 |
bleek, flets zien |
bleek uitzien:
u zīēt ⁄r blèek oet (Q198p Eijsden),
groen uitzien:
u zīēt greun oet (Q198p Eijsden),
zo groen als gras zien:
u zīēt zoe greun es graas (Q198p Eijsden)
|
bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)]
III-1-2
|
29824 |
bleke steen |
bleke brik:
blęjkǝ brek (Q198p Eijsden)
|
Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.]
II-8
|
19344 |
blij |
blij:
blij (Q198p Eijsden)
|
blij [SGV (1914)]
III-1-4
|