e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladerloze boom blaren verloren: ideosyncr.  blaar verloere (Eijsden) Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)] III-4-3
blaffen builen: bui-le (Eijsden) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blauwe bosbes molber: molber (Eijsden) boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reigel (Eijsden) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe steen plintsteen: pleŋtštęjn (Eijsden) Baksteen die tijdens het bakken gerookt werd en dientengevolge een blauwe tint heeft. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛblauwstokenɛ in de paragraaf over de vervaardiging van dakpannen. Schuddinck (pag. 84) merkt over dit soort stenen op dat ze in een zgn. ɛblauwe ovenɛ worden gebakken. Men steekt daarbij groen elzehout in de stookgaten v√≥√≥r de oven afgekoeld is. De stenen blijven enkele dagen in de rook van het elzenhout en worden daardoor in- en uitwendig blauw. De invuller uit L 210 vermeldt dat rook niet van invloed is op de kleur steen, maar de kwaliteit of soort klei: rivierklei (kalkhoudend) bakt geel; bergklei (ijzerhoudend) bakt rood; bergklei waaronder vette klei (l√∂ss) is gemengd, bakt blauw.' [N 30, 52c] II-8
blazen blazen: blaoze (Eijsden), in het wars liggen: in ǝt wē̜ǝš liqǝ (Eijsden) Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] || Oneffen liggen, van kleding gezegd. [N 59, 189] II-7, III-2-1
bleek bleek: bleik (Eijsden), u zīēt ⁄r blèek oet (Eijsden) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien bleek uitzien: u zīēt ⁄r blèek oet (Eijsden), groen uitzien: u zīēt greun oet (Eijsden), zo groen als gras zien: u zīēt zoe greun es graas (Eijsden) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleke steen bleke brik: blęjkǝ brek (Eijsden) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: blij (Eijsden) blij [SGV (1914)] III-1-4