30026 |
verzopen kalk |
verzopen kalk:
vǝrzuǝpǝ kālk (Q198p Eijsden)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vɛspər (Q198p Eijsden)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
gilé (Q198p Eijsden),
zjielè (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden),
kamizool (<fr.):
kammezol (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || het vest [N 59 (1973)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3
|
28727 |
vestenmaker |
giletmaker:
žilęmē̜ǝkǝr (Q198p Eijsden)
|
Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a]
II-7
|
18533 |
vestzakje |
giletmaaltje (<fr.):
zjielémäölke (Q198p Eijsden),
gilettasje (<fr.):
zjielè-teske (Q198p Eijsden),
maaltje:
mäölke (Q198p Eijsden)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)] || vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30928 |
veter |
nestel:
nɛstǝl (Q198p Eijsden)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|
34274 |
vetmesten |
masten:
maštǝ (Q198p Eijsden)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vȳǝlǝ (Q198p Eijsden)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
chəve:rt (Q198p Eijsden)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
de kóffie (Q198p Eijsden)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)]
III-2-3
|