e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaamse gaai markolf: merkef (Eijsden), mĕrkef (Eijsden) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || meerkol [SGV (1914)] III-4-1
vlag vaandel: vèndel (Eijsden) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlaik (Eijsden) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlees conserveren zouten: zātǝ (Eijsden) Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.] II-1
vleesmade, larve van de bromvlieg made: Veldeke  ’n maoj (Eijsden) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleesmolen hakmachientje: hakmǝšintšǝ (Eijsden), vleesmolen: vlēsmyǝlǝ (Eijsden) Met de hand bediend molentje dat het vlees tot worstvlees kleinmaalt. Het gemalen vlees wordt door een buisje in de hierover geschoven, schoongemaakte darm geperst. [N 28, 116; N 28, 114; monogr.] II-1
vleien flikflooien: flikfloeie (Eijsden) flikflooien [SGV (1914)] III-3-1
vlekziekte vlekkenvuur: vlɛkǝvȳr (Eijsden) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleug ketteldraad: ketǝldrǭt (Eijsden) De richting waarin vezels of draden van een weefsel liggen. [N 59, 40a; N 62, 72; MW] II-7
vliegenraam, hor hor: hor (Eijsden), hortje: haorke (Eijsden) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1