17557 |
zwak en mager persoon |
spintlicht:
a spinsleeg (Q198p Eijsden),
stijf, een -:
ps. invuller twijfelt over het antwoord! (ook in Gulpen?).
chetīēf (Q198p Eijsden)
|
Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)] || zwak, tenger iemand [N 37 (1971)]
III-1-1
|
18537 |
zwart pak |
gekleed kostuum:
geklejd kesjtuum (Q198p Eijsden),
zwart pak:
zjart pak (Q198p Eijsden)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
24345 |
zwarte bladluis |
smeelde:
sjmeelde (Q198p Eijsden),
Veldeke
sjmeelde (Q198p Eijsden),
zwarte luis:
zwarte loeues (Q198p Eijsden)
|
bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
kraoi (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)]
III-4-1
|
18621 |
zwarte muts? |
mutsje:
mütske (Q198p Eijsden)
|
muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)]
III-1-3
|
28724 |
zwartwerk |
rouwwerk:
rǭwwęrǝk (Q198p Eijsden)
|
Het werk dat bestaat uit het maken van vooral zwarte gelegenheidskleding. [N 59, 194c]
II-7
|
19541 |
zwavelstok |
solferstekje:
soolfersjtekske (Q198p Eijsden)
|
zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33995 |
zweep |
smik:
šmek (Q198p Eijsden)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
schwömme (Q198p Eijsden),
zj(w)ume (Q198p Eijsden),
zjwəmə (Q198p Eijsden)
|
zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND], [SGV (1914)]
III-3-2
|
30102 |
zwemstenen |
poreuze stenen:
porø̄zǝ stęjn (Q198p Eijsden)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|