e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breuk breuk: breuk (Eijsden), breukde: breukde (Eijsden) breuk [SGV (1914)] III-1-2
breuklijn breuk: brøǝk (Eijsden) De lijn waarlangs een omvallende kraag dubbel valt. [N 59, 123c] II-7
brevier brevier (<lat.): breveer (Eijsden) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Eijsden), breef (Eijsden) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briesen pruisen: prušǝ (Eijsden) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broedende kip op eieren kloek: kluk (Eijsden) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: broor (Eijsden) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: broederschap (Eijsden) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeibak broeibak: breujbak (Eijsden) [SGV (1914)] I-7
broeien broeien: brø̄jǝ (Eijsden, ... ) Het door warmte gecombineerd met vocht bederven van het meel. [N O, 39g] || Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1, II-3