17635 |
buik (spotnamen) |
pens:
paans (Q198p Eijsden)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29085 |
buikbroek |
pensbroek:
pānsbrōk (Q198p Eijsden)
|
Broek voor een gezet figuur. [N 59, 162]
II-7
|
28957 |
buiksuçon |
buiksuçon:
būksǝson (Q198p Eijsden)
|
Gebogen taillenaad voor veel buikwelving. [N 59, 94d]
II-7
|
28939 |
buikvoorsprong |
buikwijdte:
būkwęjtǝ (Q198p Eijsden)
|
Maat genomen van de voorpartij van de taillewijdte. De taillewijdte bestaat uit twee ongelijke helften, de achterhelft noemt men de lendenbreedte en de voorpartij de buikvoorsprong (Papenhuyzen II, pag. 11). Zie afb. 28. [N 59, 45b; N 59, 44c]
II-7
|
21766 |
buitendorpse |
vreemde:
vrémde (Q198p Eijsden)
|
Noem het (dialect)woord voor: mensen die niet in hetzelfde dorp wonen als u? [vreemde] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
22875 |
buitenspel |
buitenspel:
Karte 167.
buitenspel (Q198p Eijsden)
|
Abseits.
III-3-2
|
18523 |
buitenzak op een jas |
tas:
tès (Q198p Eijsden),
zijtas:
zijtes (Q198p Eijsden)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] || de buitenzak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
28748 |
bukskin |
bukskin:
bukskin (Q198p Eijsden)
|
Sterke gekeperde stof van heel of half wol, aan één kant geschoren. [N 59, 201]
II-7
|
25462 |
bul waarmee men de ribben in stukken hakt |
slachtmes:
šlaxmɛts (Q198p Eijsden)
|
Met deze bijl kan ook een soort hakmes bedoeld worden. [N 28, 105]
II-1
|
21118 |
bundel groenten |
bussel:
ideosyncr.
bussel (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|