21448 |
afdingen |
afpegelen:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
aofpeegele (Q198p Eijsden)
|
beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
29049 |
afdunnen |
uitdunnen:
ūtdønǝ (Q198p Eijsden)
|
Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a]
II-7
|
34247 |
afgeroomde melk |
afgedraaide melk:
ǭfxǝdriǝi̯dǝ męlk (Q198p Eijsden),
afgelaten melk:
ǭfxǝlǭtǝ męlk (Q198p Eijsden)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
29035 |
afglanzen |
afpersen:
ǭfpē̜ǝsǝ (Q198p Eijsden)
|
Het wegnemen van de valse glans. Afglanzen is het verwijderen van glans op die plaatsen, welke te droog geperst zijn. Deze glans verwijdert men door het inbrengen van damp door middel van vochtige doeken en hete ijzers. [N 59, 80a; N 59, 81a]
II-7
|
25397 |
afhuiden |
vel afdoen:
vɛl ǭfdun (Q198p Eijsden)
|
Met behulp van een rond mes snijdt men, de hand soepel vanuit de pols bewegend, de huid los van het lijf. In P 108 werden kalveren met een fietspomp opgeblazen, waardoor de huid lichter werd. Zodoende kon men die makkelijker verwijderen. [N 28, 51; monogr.]
II-1
|
20473 |
afkomst |
afkomst:
aafkomscht (Q198p Eijsden)
|
afkomst [N 87 (1981)]
III-2-2
|
29039 |
afpersen |
afpersen:
ǭfpē̜ǝsǝ (Q198p Eijsden)
|
Het kledingstuk voor de laatste keer zoveel als nodig is persen. [N 59, 82]
II-7
|
33485 |
afslaan, van noten |
afhouwen:
ideosyncr.
aofhowwe (Q198p Eijsden),
slaan:
ideosyncr.
schloen (Q198p Eijsden)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
I-7
|
29030 |
aftekenen met krijt |
aantekenen:
ǭntɛ̄kǝnǝ (Q198p Eijsden)
|
In verband met het passen de kledingstukken aftekenen met krijt. [N 59, 75; N 59, 74]
II-7
|
33313 |
aftrekken (met de hand) |
trekken:
trekǝ (Q198p Eijsden)
|
Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c]
I-5
|