e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdingen afpegelen: Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  aofpeegele (Eijsden) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] III-3-1
afdunnen uitdunnen: ūtdønǝ (Eijsden) Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a] II-7
afgeroomde melk afgedraaide melk: ǭfxǝdriǝi̯dǝ męlk (Eijsden), afgelaten melk: ǭfxǝlǭtǝ męlk (Eijsden) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afglanzen afpersen: ǭfpē̜ǝsǝ (Eijsden) Het wegnemen van de valse glans. Afglanzen is het verwijderen van glans op die plaatsen, welke te droog geperst zijn. Deze glans verwijdert men door het inbrengen van damp door middel van vochtige doeken en hete ijzers. [N 59, 80a; N 59, 81a] II-7
afhuiden vel afdoen: vɛl ǭfdun (Eijsden) Met behulp van een rond mes snijdt men, de hand soepel vanuit de pols bewegend, de huid los van het lijf. In P 108 werden kalveren met een fietspomp opgeblazen, waardoor de huid lichter werd. Zodoende kon men die makkelijker verwijderen. [N 28, 51; monogr.] II-1
afkomst afkomst: aafkomscht (Eijsden) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2
afpersen afpersen: ǭfpē̜ǝsǝ (Eijsden) Het kledingstuk voor de laatste keer zoveel als nodig is persen. [N 59, 82] II-7
afslaan, van noten afhouwen: ideosyncr.  aofhowwe (Eijsden), slaan: ideosyncr.  schloen (Eijsden) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] I-7
aftekenen met krijt aantekenen: ǭntɛ̄kǝnǝ (Eijsden) In verband met het passen de kledingstukken aftekenen met krijt. [N 59, 75; N 59, 74] II-7
aftrekken (met de hand) trekken: trekǝ (Eijsden) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5