e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
echtgenoot man: man (Eijsden), mān (Eijsden) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Eijsden) vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2
eczeem eczeem: eczeem (Eijsden) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2
eed eed: eid (Eijsden) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: eikhuuntsje (Eijsden), eikkūnsche (Eijsden) eekhoorn [DC 07 (1939)] || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel kwert: kwērt (Eijsden) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
een bochel inwerken het model van de rug in de jas brengen: ǝt modǝl vān dǝ røk in dǝ jas breŋǝ (Eijsden) Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89] II-7
een boterham smeren een boterham smeren: ən butram šmēͅrə (Eijsden) smeren [RND] III-2-3
een draad om het knoopsgat naaien indraaien: indri-jǝ (Eijsden) Een draad om het knoopsgat naaien tegen het uitrafelen. [N 59, 139] II-7
een ei ei: ēi̯ (Eijsden) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12