28758 |
flanel |
flanel:
flanɛl (Q198p Eijsden)
|
Lichte en losse, weinig gevolde wollen of halfwollen stof, met een glad of gekeperd weefsel (Van Dale, pag. 774). Flanel wordt veel gebruikt voor nacht- en sportkleding. [N 62, 89a; N 59, 201; N 62, 75f; N 62, 75b; MW; monogr.]
II-7
|
18648 |
flaphoed |
flambard (fr.):
flambaar (Q198p Eijsden)
|
flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18010 |
flauwvallen |
kwalijk vallen:
koelik valle (Q198p Eijsden),
sterretjes zien:
déé zīēt sjtérkes (Q198p Eijsden)
|
duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20525 |
flensje |
poffertje:
pufferkes (Q198p Eijsden)
|
flensje [SGV (1914)]
III-2-3
|
17989 |
flets |
kwips:
kwepsch (Q198p Eijsden)
|
geepsch (kwipsch) [SGV (1914)]
III-1-2
|
19288 |
flikflooien |
flikflooien:
flikfloeie (Q198p Eijsden)
|
flikflooien [SGV (1914)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
fluim (Q198p Eijsden)
|
fluim [SGV (1914)]
III-1-2
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
flūr (Q198p Eijsden)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18784 |
franje |
franjel:
fraanjel (Q198p Eijsden),
frǭnjǝl (Q198p Eijsden)
|
franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
26449 |
franse steen |
franse steen:
frānsǝ štēn (Q198p Eijsden)
|
Molensteen vervaardigd uit stukken kwarts uit de groeven van La Ferté-sous-Jouarre (Seine et Marne, Noord-Frankrijk). De stukken kwarts worden op een stenen ballastlaag gegroepeerd en met behulp van cement vastgezet. De Franse steen bestaat uit twee lagen. [N O, 17e; N O, 17h]
II-3
|