e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelnoot grijze noot: groizenoot (Eijsden) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hecht van een mes steel: sjtieël (Eijsden) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
heen en weer (bewegen) heen en weer: heen en weer (Eijsden), op en neer: op en neer (Eijsden), van hot naar haar: vaan hot nao haar (Eijsden), van links naar rechts: vaan lings nao rèès (Eijsden) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heer heer: hi.ər (Eijsden) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: heis (Eijsden) hees [SGV (1914)] III-1-2
heggenmus fauvette: fauvette (Eijsden), heulenteren-moek: jeneverbes - mücke  hjuulenterre muk (Eijsden) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heilig heilig: heilig (Eijsden) heilig [SGV (1914)] III-3-3
hek barrier: barēr (Eijsden) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hemel hemel: hi.məl (Eijsden), hiemel (Eijsden) hemel [RND], [SGV (1914)] III-3-3
hen met kuikens kloek: kluk (Eijsden) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12