25622 |
inzakken |
neerslaan:
nērgǝšǭǝgǝ (Q198p Eijsden)
|
Het inzakken van het brood op de plaats waar een stuk onrijp deeg zit. Er komen verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 29, 68b]
II-1
|
20827 |
inzouten |
pekelen:
pèkele (Q198p Eijsden),
zouten:
zoate (Q198p Eijsden)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor het inzouten van het vlees? [N 104 (2000)] || zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
18539 |
jachtpak |
jachtkostuum:
jachtkesjtuum (Q198p Eijsden)
|
het jachtcostuum [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18705 |
jacquetjak |
basquine (fr.):
beskien (Q198p Eijsden)
|
jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18566 |
jacquetpak |
jacquet (<fr.):
zjakit (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
het jacquet-costuum [N 59 (1973)] || jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18560 |
jagersjas |
loden jas:
Cfr. WNT sub lood, ss. loodmantel, minder juist voor loden mantel. Cfr. Van Dale: loden (I) (Hd.): 1) sterk gevolde dichte wollen stof; 2) jas, mantel, cape van de onder 1. genoemde stof NB Van Dale (DN): Loden, loden jas, mantel NB Van Dale (FN): loden [lodn], loden jas.
lode-jas (Q198p Eijsden)
|
groene jas met een plooi in de rug [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
basquine (fr.):
beskien (Q198p Eijsden),
jak:
jak (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden),
Het hoge boordje versterk met baleintjes noemde men gimp (naar Fr. gulimpe).
jak (Q198p Eijsden),
kazavekje:
kasjeviekske (Q198p Eijsden)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [SGV (1914)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
sjaloes (Q198p Eijsden)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
19039 |
jammer |
jammer:
⁄t is jaomer (Q198p Eijsden),
zonde:
⁄t is zun (Q198p Eijsden)
|
jammer [zund] [N 07 (1961)]
III-1-4
|
19927 |
janken |
janken:
jaanke (Q198p Eijsden),
joenken:
joenke (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|