18707 |
jumper |
jumper:
jumper (L288c Eind),
vestje:
vèsje (L288c Eind)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
28766 |
jute |
baal:
bāl (L288c Eind)
|
Vezelstof, de bastvezels van een soort hennep (Corchorus capsularis) uit Bangla Desh, gesponnen en geweven tot gordijnen, vloerkleden, zakken enz. (Van Dale, pag. 1250). [N 59, 201; monogr.]
II-7
|
20768 |
kaantjes |
kaaien:
uitsluitend mv.
kaoje (L288c Eind),
krapjes:
Uitsluitend verklw.
krepkes (L288c Eind)
|
kaantje || kaantjes
III-2-3
|
24676 |
kaardenbol |
kam:
kaam (L288c Eind, ...
L288c Eind)
|
kaardebol
I-7, III-4-3
|
24833 |
kaasjeskruid |
kattenkaas:
geneeskrachtig
kaatekieës (L288c Eind),
patersbroodjes:
mv. malva neglecta
paatersbruuëtjes (L288c Eind)
|
kaasjeskruid || klein kaasjeskruid
III-4-3
|
19751 |
kachel, stoof |
kachel:
kaxəl (L288c Eind),
stoof:
stūəf (L288c Eind),
vuur:
vø̄.r (L288c Eind)
|
kachel
III-2-1
|
34492 |
kakelen |
kakelen:
kākǝlǝ (L288c Eind)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een kip. Dit lemma is onderverdeeld in geluiden die de kip maakt: (1) voordat ze een ei gaat leggen; (2) nadat ze een ei gelegd heeft. [N 19, 46; L 34, 12; L 34, 13; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-12
|
30247 |
kalf |
kalf:
kǭf (L288c Eind),
muk:
mø̜k (L288c Eind)
|
Jong rund, niet naar het geslacht onderscheiden. Zie afbeelding 3. Op de kaart is het woordtype kalf niet opgenomen. [N 3A, 15 en 20; JG 1a, 1b; Gwn V, 5, 5a en 5b; L 27, 56; R 12, 24; Wi 17; monogr.; add. uit N 3A, 4, 26a, 75a, 75b en 76; N C, 6, 7a, 7b, 8, 9a en 14b; A 9, 17a en17b; S 14]
I-11
|
34188 |
kalfziekte, melkziekte |
kalfziekte:
kǭfzekdjǝ (L288c Eind)
|
Een stofwisselingsziekte waarvan de aanleiding is het vrij plotseling op gang komen van de melkafscheiding na het kalven. De zieke dieren maken een suffe indruk, herkauwen niet meer en hebben dikwijls een wat trage mestafzetting. Door de boeren wordt de melkziekte vaak verward met de kopziekte. Het zijn allebei deficiëntieziekten: bij melkziekte gaat het om een gebrek aan calcium, bij kopziekte echter om een gebrek aan magnesium. Zie ook het lemma ''kalfziekte'', ''melkziekte'' in wbd I.3, blz. 460.' [N 3A, 99; N 52, 1; A 48A, 2; monogr.]
I-11
|
34554 |
kalkoen |
schroet:
sxrūt (L288c Eind)
|
Zie afbeelding 11. [R 14, 3; S 16; L 1a-m; L 1, 113; L 17, 11; L B2, 305; A 6, 3a; A 6, 3b; Vld.; monogr.]
I-12
|