25172 |
nieuwe maan |
nieuw licht:
nów leecht (L288c Eind)
|
nieuwe maan
III-4-4
|
19010 |
nieuwsgierig |
naaswijs:
naaswies (L288c Eind)
|
nieuwsgierig
III-1-4
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
gaperd:
gaapert (L288c Eind),
muizennaas:
moêzenaas (L288c Eind),
nieuwsgierige naas:
nówsgierige naas (L288c Eind),
vangnaas:
vengnaas (L288c Eind)
|
nieuwsgierig iemand || nieuwsgierig persoon || nieuwsgierige neus
III-1-4
|
30857 |
nijptang |
nijptang:
nī.ptaŋ (L288c Eind)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.]
II-11
|
20752 |
niknak |
niknakje:
Uitsluitend mv. Heilige Nik-nak és de petroën van de kepotte zokke
niknekskes (L288c Eind)
|
kleine koekjes in de vorm van een dierenfiguurtje
III-2-3
|
20504 |
nippen |
aflebberen:
Hae hieët van ze laeve waat aafgelebbertj: hij heeft in zijn leven veel gedronken
aaflebbere (L288c Eind),
sippen:
suppe (L288c Eind),
Oopa kos zoeë lekker suppe aan zien dröpke
suppe (L288c Eind)
|
met kleine beetjes drinken, nippen || met kleine teugjes (hoorbaar drinken), aflikken || nippen aan een glas bier
III-2-3
|
34478 |
nog in het ei zittend kipje |
kuikje:
kykskǝ (L288c Eind)
|
[N 19, 40a]
I-12
|
30213 |
nok |
vorst:
vø̜rst (L288c Eind)
|
De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.]
II-9
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
effekes (L288c Eind),
ef⁄kes (L288c Eind),
ogenblik:
(meervoud: oûgeblikke; verkleinwoord: oûgeblikske).
oûgeblik (L288c Eind)
|
eventjes || ogenblik, korte tijd
III-4-4
|
33558 |
okkernoot |
baak:
baok (L288c Eind),
noot:
noeët (L288c Eind)
|
noot || okkernootkwartier
I-7
|