e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannenkleren mansluikleren: mansluujkleier (Einighausen) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd mansluihemd: mansluujhumme (Einighausen) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mantelpak mantelpak: menjtjelpak (Einighausen) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
marmer marmer: marmer (Einighausen) marmer [SGV (1914)] III-4-4
marter fis: vis (Einighausen) marter [SGV (1914)] III-4-2
masker mommegezicht: moem me gezich (Einighausen) masker [SGV (1914)] III-3-2
mathaak pikhaak: pekhǭk (Einighausen) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
matrozenpakje matrozenpakje: idiosyncr. + soms fon. schrift Engels  matrozepekske (Einighausen) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
mattenklopper mattenklopper: matəkloͅpər (Einighausen) mattenklopper [DC 15 (1947)] III-2-1
mazelen mazelen: mazele (Einighausen, ... ) Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)] || mazelen [SGV (1914)] III-1-2