e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvee koeien: kø̜i̯ (Einighausen), vee: (Einighausen) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups groene rups: idiosyncr. + soms fon. schrift Engels  gruin rôpsj (Einighausen), rups: roeps (Einighausen), roepsj (Einighausen, ... ), idiosyncr. + soms fon. schrift Engels  rôpsj (Einighausen) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] III-4-2
rusten rasten: raste (Einighausen) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard ruw: roew (Einighausen) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig behaard: behø͂ͅrd (Einighausen), ruw: roew (Einighausen, ... ) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sandaal sandaal: sendaal (Einighausen) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
savooiekool savooi: sevooje (Einighausen) [N Q (1966)] I-7
schaaf schaaf: šāf (Einighausen) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12
schaal schaal: sjoal (Einighausen) schaal [SGV (1914)] III-2-1
schaap schaap: sǭp (Einighausen) Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12