e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinfluiter kersvink: kēēšvìnk (Einighausen) Hoe heet de tuinfluiter? [DC 06 (1938)] III-4-1
tuinhuisje zomerhuis: zomerhoes (Einighausen) priëel [SGV (1914)] III-2-1
tuinwant doornhaas: döreneijsje (Einighausen) wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)] III-1-3
turfmolm meel: mē̜l (Einighausen), mul: mêl (Einighausen) [SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enqu√™te S samengevoegd met de opgaven van de enqu√™tevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enqu√™tes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24] I-7, II-4
tussenklauwontsteking harenbos: hǭrǝbōš (Einighausen) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
tweespeen tweedeem: twēdēm (Einighausen) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
ui, ajuin un: mv unne*  un (Einighausen) [DC 13 (1945)] I-7
uieren gespannen staan: štɛjt gǝšpanǝ (Einighausen), uieren: ȳrǝn (Einighausen), vol staan: štɛjt ˲fǫl (Einighausen) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uierkwartier deem: dɛm (Einighausen) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11
uiteen poten wijd vaneen: wit vanęi̯n (Einighausen) De pootaardappelen verder uiteen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18b] I-5