e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

Gevonden: 2224
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grappig grappig: grappig (Einighausen), plezierig: plezeirig (Einighausen) grappig [SGV (1914)] III-1-4
gras gras: grās (Einighausen) De algemene benaming voor het gewas, zo uitvoerig mogelijk gedocumenteerd, zodat in de volgende lemma''s naar deze opgaven en naar de klankkaart kan worden verwezen. Op de klankkaart van het type gras zijn de vormen met betoning niet apart aangegeven; men kan bij dit woord aannemen dat het in het gehele polytone gebied sleeptoon heeft. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 14, 88a; JG 1b, add.; Wi 54; S 11; L 1 a-m; L 1u, 75; L 20, 26a; L 35, 65; L. 39, 41; A 2, 54; A 4, 26a; A 4, 28; RND 111; monogr.] I-3
grasanjer (dianthus plumarius l.) grasviolet: -  graasvlette (Einighausen) grasanjer [SGV (1914)] III-2-1
grasmaaimachine maaimachine: mēmǝšīn (Einighausen), zichtmachine: zexmǝšīn (Einighausen) Het door één of twee paarden getrokken tweewielig werktuig uit het begin van de mechanisatie om gras te maaien. Zie afbeelding 6. [N J, 1a; JG 1a, 1b; monogr.] I-3
grasmus grasmus: graasmùš (Einighausen) Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
grasspriet spier gras: špīr [gras] (Einighausen), spiertje gras: šperkǝ [gras] (Einighausen) Stengel of halm van de grasplant; een enkel smal blaadje. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N P, 4a; monogr.] I-3
graszode ris: reš (Einighausen) Vierkant afgestoken stuk van de met gras begroeide bovengrond. Naar dialectbenamingen voor de graszode is vaak navraag gedaan getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma. In verschillende enqu√™tes werd gevraagd naar de zode in het algemeen zowel de graszode als de heizode. De opgaven die betrekking hadden op de heizode zijn ondergebracht in lemma 3.14 ɛheizodeɛ.' [N 14, 77a; N 14, 77b; N 27, 39g; GV, K6; JG 1a, 1b; L 8, 123; L B2, 273; S 46; NE 2 II, 15; N 18, 38 add.; N 18, 40 add.; monogr.] I-8
grauwe vliegenvanger spinnenschijterd: špènnešietert (Einighausen) Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
grazen lopen: lǫu̯pǝ (Einighausen) Zie afbeelding 8. [N 3A, 10; monogr.] I-11
grind kiezel: kēzǝl (Einighausen) Collectieve benaming voor de kleine keitjes die in grote menigte in diluviale gronden en op de bodem van de rivieren worden aangetroffen, kiezels. [S 11; L 1a-m; N 18, add.; monogr.] I-8