e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spruitkool, spruitje spruiten: sjproete (Einighausen, ... ) [N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)] I-7
spuiten spruitsen: sjpruitze (Einighausen) spuiten [SGV (1914)] III-4-4
staakijzer van de windmolen spil: špel (Einighausen) De rechtstaande spil in de windmolen waaraan aan de bovenzijde het rondsel of de bonkelaar is bevestigd en aan de onderzijde de klauw die in de rijn van de loper past. Zie ook afb. 64.29 en 59. Achter de plaatscode is tussen haakjes vermeld van welk materiaal het staakijzer was vervaardigd. Zie ook het lemma ɛstaakijzer van de watermolenɛ.' [N O, 14i; N O, 14o; A 42A, 14; A 42A, 15; Sche 43; A 42A, 22] II-3
staan staan: schtaon (Einighausen), sjtoan (Einighausen) staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
staart staart: schtart (Einighausen), sjtart (Einighausen), štart (Einighausen) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] I-11, III-4-2
staart van de standerdmolen staart: štart (Einighausen) De lange naar voren stekende balk aan de voorweeg van de standerdmolen, die schuin naar beneden loopt en waaraan trap en kruias bevestigd zijn; soms zijn er twee balken: de onderstaart en de bovenstaart. Zie ook afb. 21 en 85. [N O, 48a; Sche 19; monogr.; N O, 48b; N O, 48c; A 42A, 97 add.] II-3
staartbalk staartbalk: štārt˱balǝk (Einighausen) De horizontale balk onderaan in de staartzijde, waarop de staart van de standerdmolen rust. [N O, 45i] II-3
staartkwast pluim: plūm (Einighausen), vlos: flūs (Einighausen) Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114] I-11
stad stad: sjtad (Einighausen) stad [SGV (1914)] III-3-1
stal stal: štal (Einighausen) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6