18095 |
buikpijn |
buikpijn:
boekpien (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen),
penspijn:
Ruw.
penspien (L430p Einighausen),
pijn in de pens:
pien in de pens (L430p Einighausen)
|
buikpijn [DC 27 (1955)] || ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)]
III-1-2
|
33392 |
buitendeurtje van het varkenshok |
varkensstaldeur:
vɛrkǝsštaldø̄r (L430p Einighausen)
|
Het deurtje waardoor het varken de stal in en uit kan lopen. [N 5A, 60f]
I-6
|
26140 |
buitenroede |
buitenborst:
būtǝbǫrs (L430p Einighausen)
|
De roede die zich het verst van de molenromp af bevindt. [N O, 1c; N O, 6c; A 42A, 63 add.]
II-3
|
18523 |
buitenzak op een jas |
jassentas:
jassetèsj (L430p Einighausen)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25058 |
bundel, bussel |
bussel:
(Een bössel papier). (Een bössel sjtreu).
bössel (L430p Einighausen)
|
bundel [SGV (1914)]
III-4-4
|
25251 |
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) |
bunder:
(ei boender).
boender (L430p Einighausen)
|
bunder [SGV (1914)]
III-4-4
|
24459 |
bunzing |
bovien:
bĕvien (L430p Einighausen),
de marter heet vis
boevien (L430p Einighausen),
fis:
vis (L430p Einighausen)
|
bunzing [DC 07 (1939)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
21245 |
bus |
bus:
bus (L430p Einighausen)
|
bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)]
III-3-1
|
21303 |
buskruit |
pulver (<lat.):
polfer (L430p Einighausen)
|
buskruit [SGV (1914)]
III-3-1
|
33129 |
bussel uitgedorst stro |
bussel:
bø̜sǝl (L430p Einighausen)
|
Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat]
I-4
|